Goot met onderbreking op de hoeken
Bij de montage van goten om een pyramidedak met onderbreking op de hoeken, wordt op de hoeken een eindschot geplaatst. Bij dit systeem is er op iedere gevel (incl. voorgevel) een hwa te zien.
De goten dienen op de hoeken te stoppen, of ca. 5 mm eerder. De hoeken mogen zeker niet doorsteken. De buitenhoek dient als laatste geplaatst te worden; u brengt de omzetbeugel en de loodvervanger (brug) over de eindkappen aan.

De goten mogen onderling nooit met elkaar verbonden worden door middel van kit, purschuim of schroeven. Hierdoor ontstaat een zogenaamde ‘starre verbinding’, wat kan resulteren in losgetrokken eindkappen (PLB) met lekkage tot gevolg.
Pyramide dak (molenwieken)
Bij montage van de goten van een pyramide dak met het molenwieken systeem komen de verbindingen op de rechte stukken van de goot en is er aan beide zijgevels een hwa te zien.
De goot mag hierbij op de hoeken niet strak tegen de achterconstructie worden gemonteerd, waardoor het lastiger is om de goten netjes op elkaar te laten aansluiten.

Zorg ervoor dat u alle montagegaten benut en breng als laatste de koppelbeugels en loodvervanger (brug) aan.
Meerdere goten in 1 lijn
Wanneer er meerdere goten in 1 lijn worden gemonteerd (rijtjeswoning), markeert u eerst op de achter constructie waar de koppelingen moeten komen, zodat u aan ‘t eind niet uitloopt met de maatvoering. U begint vervolgens bij de hoekwoning met het monteren van de goot. Houd bij het monteren van de volgende goot rekening met enige tussenruimte (5-10 mm per dilatatie). De benodigde speling is afhankelijk van de totale lengte van de gootdelen.
Als laatste brengt u de omzetbeugel en de loodvervanger (brug) over de eindkappen aan. De goten mogen onderling nooit met elkaar verbonden worden door middel van kit, purschuim of schroeven. Hierdoor ontstaat een zogenaamde ‘starre verbinding’, wat kan resulteren in losgetrokken eindkappen (PLB) met lekkage tot gevolg.
Goot met plafondplaat
Bij goten met plafondplaat dient de goot zo gemonteerd te worden, dat het achterhout niet voor de groef aan de achterzijde van de goot komt. Wanneer de groef is gecontroleerd, kan de goot tegen de houtconstructie worden gemonteerd.
Wanneer de plafondplaat of platpaneel niet soepel in de uitsparing geschoven kan worden is dit eenvoudig op te lossen door met een schaaf langs de lange kant van het platpaneel te gaan en er een klein laagje vanaf te schaven.

Goot met hoeklas
Bij goten met een hoeklas is het belangrijk dat de hoekomzet netjes waterpas wordt gehangen. De schroeven dienen niet geheel aangedraaid te worden; de goot moet nog iets kunnen werken bij temperatuursveranderingen.
