Inmeetinstructies

Met behulp van onderstaande instructies legt u in 3 stappen de benodigde informatie vast voor een offerte aanvraag. Het is belangrijk dat het inmeten van de dakgoten secuur gebeurt.

Per type woning gelden specifieke meetinstructies, deze vindt u in onderstaande interactieve animatie. Per type woning vind u in deze animatie de geldende inmeetinstructies. Liever een geschreven versie van de instructies? Deze vind je onder de animatie.

Inmeet- en montageinstructies dakgoten

 

 

Belangrijk om te weten

1. Maten in millimeters
Polytech hanteert afmetingen in millimeters. Door de maten in millimeters aan ons door te geven, draagt u bij aan een vlotte en correcte orderverwerking.

2. Kant-en-klaar en op maat geleverd
Polytech levert de dakgoten prefab en montageklaar. Dit betekent dat de goten fabrieksmatig worden voorzien van eindkappen en hemelwateruitlopen. Het risico op lekkage is hierdoor minimaal.

3. Bevestiging afwerkstrippen/verbindingsstukken
Losse afwerkstrippen/verbindingsstukken dienen altijd éénzijdig te worden verlijmd.

4.  Type eindstuk
De prefab dakgoten van Polytech kunnen worden voorzien van 3 soorten eindstukken: eindkap met kraal, vlakke eindkap en omzetbeugel.

5.  Type hoeklas
Er zijn 2 oplossingen om de dakoverstek /windveer op een fraaie manier in de dakgoot te laten overlopen: een goot met enkele hoeklas en een goot met dubbele hoeklas.

Inmeetinstructies per type woning
Rijtjeswoning

Bij gebruik van een goot met hoeklas:

1. Meet de woning van kopgevel tot kopgevel (A).

2. Bepaal waar de hwa’s gemonteerd moeten worden (1 hwa aansluitpunt per gootelement van max. 13,5 m1 lengte).

3. Bepaal waar de goot wordt gedilateerd. Houd hierbij rekening met de hwa aansluitpunten.


Bij gebruik van een rechte goot:

1. Meet de woning van kopgevel tot kopgevel, inclusief de overstekken en gevelpannen (B).

2. Bepaal waar de hwa’s gemonteerd moeten worden (1 hwa aansluitpunt per gootelement van max. 13,5 m1 lengte).

3. Bepaal waar de goot wordt gedilateerd. Houd hierbij rekening met de hwa aansluitpunten.

Standaard woning met zadeldak

Bij een standaard woning met zadeldak meet u de woning van voor- tot achtergevel (A). Het heeft de voorkeur om de goot de hoek om te laten gaan, zodat op de kopgevels de overstek met gevelpan/windveer met dekker in de goot uitkomt. De lengte van de hoekomzet wordt bepaald door het overstek (B), deze moet in de goot uitkomen. Ook de plek van de hwa (C) wordt van de hoek van de muur gemeten.

U kunt kiezen voor een goot met dubbele hoeklas (detail 2), of een goot met enkele hoeklas (detail 1).
Bij een goot met dubbele hoeklas zijn zowel de lengte als de breedte van de hoek variabel. De breedte dient buitenwerks minimaal 620 mm te zijn. Bij een dubbele hoeklas kan in principe iedere afmeting dakoverstek in de goot uitkomen. Bij een enkele hoeklas is de lengte van de hoek standaard, de breedte is variabel.

Stolpwoning (pyramide dak)

1. Wanneer de goten tegen de gevel worden gemonteerd, meet u de buitenkant van het metselwerk. Wanneer de woning een overstek heeft, meet u de buitenzijde van de houtconstructie.

2. Bepaal waar de hwa’s gemonteerd moeten worden.

3. Geef wel duidelijk aan welk goottype u gaat toepassen; goten met smetplank moeten worden omgerekend.

Er zijn twee manieren om de goten over de woning te verdelen:

– Onderbreking op de hoeken
– Onderbreking op het rechte stuk

Stolpwoning (pyramide dak)

Onderbreking op de hoeken
Het is gebruikelijk om de goten op de hoeken te onderbreken en op de hoeken een eindschot te plaatsen (zie detail A), dit geeft ook het mooiste eindresultaat. Houd er wel rekening mee dat er bij dit systeem op iedere gevel (incl. voorgevel) een hwa te zien is (zie detail A en onderstaande foto).

Om die reden wordt er soms voor gekozen om de goten te onderbreken op de rechte stukken. Dit wordt ook wel het molenwieken systeem genoemd.

 

 

Onderbreking op het rechte stuk
Het molenwieken systeem heeft als nadeel dat de verbindingen op de rechte stukken van de goot minder fraai ogen (zie detail B en onderstaande foto). Daarnaast mag de goot op de hoeken niet strak tegen de achterconstructie worden gemonteerd, waardoor het lastiger is om de goten netjes op elkaar te laten aansluiten.

Boerderijwoning (hoogteverschil in de gevels)

1. Meet het buitenwerks metselwerk aan de lange zijde van de woning, van voor- tot achtergevel (A).

2. Meet het buitenwerks metselwerk aan de hoge zijde van de woning, van de hoek van de muur (B1) tot aan het dakoverstek/gevelpan (B2).

Wij adviseren om de dakoverstek/gevelpan achter de goot langs te laten lopen. Hiermee voorkomt u namelijk dat u de dakoverstek of gevelpan tegen de goot aan moet werken, wat lekkagegevoelig is. Bij goten voorzien van een smetplank is het raadzaam om de smetplank door te laten lopen tot het einde van de gevel (B2). De smetplank kan in het werk op gewenste lengte worden afgezaagd.

 

Goot aan wolfseind

Bij een goot aan het wolfseind zijn er 2 mogelijkheden:

Goot met hoeklas
Bepaal hoe hoog de dakgoot aan het wolfseind komt te hangen. Meet op de lijn van de onderzijde van de goot (C). De maat die hier uitkomt is de maat tussen de pootjes. Wij adviseren om de goot iets langer te laten, zodat u bij montage nog iets met de hoogte kunt spelen.

Rechte goot
Bij een rechte dakgoot aan een wolfseind houdt u dezelfde lijn aan als bij de goot met hoeklas en houdt u aan beide zijden rekening met ca. 100 mm voorbij de pannen i.v.m. de hwa.

Let op: bij een wolfseind wordt een smetplank doorgaans alleen aan de lange zijde van de goot gemonteerd, een smetplank op de pootjes van een wolfseind is niet wenselijk. Zowel goten zonder smetplank als goten met smetplank meet u op de hoogte van de onderzijde van de goot.

Tip: zorg ervoor dat u met gevelpan/windveer achter de druprand van de goot blijft. Dit kunt u in het werk zelf aansturen door de goot van het wolfseind iets naar voren te halen of uw overstek te versmallen.

Wanneer u een inpandige goot heeft, kan de goot gewoon tussen de gevelpannen/windveer gemeten worden. Omdat de bodem van de goot vaak lager ligt dan de pannenlijn links en rechts, dient de hwa vaak met de nodige bochten naar de naastliggende dakvlakken geleid te worden.

Type eindstuk

De prefab dakgoten van Polytech kunnen worden voorzien van 3 soorten eindstukken:

– Eindkap met Kraal
– Vlakke eindkap
– Eindkap ter plaatse van omzetbeugel

De prefab dakgoten van Polytech kunnen worden voorzien van 3 soorten eindstukken:

– Eindkap met Kraal
– Vlakke eindkap
– Eindkap ter plaatse van omzetbeugel

Eindkap met Kraal
(afkorting “EK”, Eindkap met Kraal)
De eindkap met kraal wordt gebruikt wanneer het uiteinde van de goot zichtwerk is. De afmeting van de eindkap met kraal komt bij de afmeting die gemeten is, op. Bij de gootmodellen Klassiek, Bakgoot en Overhoeks is dit 40 mm (2 x 20 mm), bij de gootmodellen Rustiek en Beauty 100 mm (2 x 50 mm).

Vlakke eindkap
(afkorting “PL”, PLat)
De vlakke eindkap wordt gebruikt wanneer het uiteinde van de goot aan het zicht ontnomen wordt, doordat het ergens tegenaan geplaatst wordt, bijvoorbeeld een muur. In deze situatie kan er geen omzetbeugel toegepast worden. De dikte van de eindkap wordt als 0 gerekend (wordt verrekend met de lengte van de goot).

Eindkap ter plaatse van omzetbeugel
(afkorting “PLB”, Plat en geschikt voor omzetBeugel)
De omzetbeugel wordt gebruikt om de dilatatie tussen twee goten af te werken. Bij het monteren van een kunststof dakgoot moet namelijk rekening worden gehouden met het uitzetten en inkrimpen van het materiaal. De afmeting (dikte) van de omzetbeugel wordt niet verrekend in de fabriek.

Type hoeklas

Er zijn 2 oplossingen om de dakoverstek /windveer op een fraaie manier in de dakgoot te laten overlopen:

– Goot met enkele hoeklas
– Goot met dubbele hoeklas

Uiteraard kunt u kiezen voor een standaard rechte goot. U bepaalt zelf, naar eigen inzicht, hoe ver u de goot wilt laten doorlopen.

Houd bij het bestellen van de dakoverstek/windveer rekening met minimaal 500 mm extra, zodat u voldoende lengte heeft om de verstekken er in het werk aan te zagen.

Eindkap met Kraal
(afkorting “EK”, Eindkap met Kraal)
De eindkap met kraal wordt gebruikt wanneer het uiteinde van de goot zichtwerk is. De afmeting van de eindkap met kraal komt bij de afmeting die gemeten is, op. Bij de gootmodellen Klassiek, Bakgoot en Overhoeks is dit 40 mm (2 x 20 mm), bij de gootmodellen Rustiek en Beauty 100 mm (2 x 50 mm).

Vlakke eindkap
(afkorting “PL”, PLat)
De vlakke eindkap wordt gebruikt wanneer het uiteinde van de goot aan het zicht ontnomen wordt, doordat het ergens tegenaan geplaatst wordt, bijvoorbeeld een muur. In deze situatie kan er geen omzetbeugel toegepast worden. De dikte van de eindkap wordt als 0 gerekend (wordt verrekend met de lengte van de goot).

Eindkap ter plaatse van omzetbeugel
(afkorting “PLB”, Plat en geschikt voor omzetBeugel)
De omzetbeugel wordt gebruikt om de dilatatie tussen twee goten af te werken. Bij het monteren van een kunststof dakgoot moet namelijk rekening worden gehouden met het uitzetten en inkrimpen van het materiaal. De afmeting (dikte) van de omzetbeugel wordt niet verrekend in de fabriek.

Type hoeklas

Goot met enkele hoeklas
Wanneer u de overstek met gevelpan of windveer met dekker in de goot wilt laten uitkomen, heeft een goot met enkele hoeklas de voorkeur (zie detail 1 en de foto hieronder).

De breedte van de hoekomzet is in dit geval standaard, de lengte van de hoekomzet bepaalt u op basis van de breedte van de overstek (B). De plek van de hwa in de goot geeft u aan door vanaf de hoek van de muur te meten (C).

 

Goot met dubbele hoeklas
Wanneer de dakoverstek of windveer breder is dan de breedte van de goot, heeft een goot met dubbele hoeklas de voorkeur (zie detail 2 en de foto hieronder).

Zowel de breedte als de lengte van de hoekomzet zijn in dit geval variabel, voor de lengte geldt een minimum van 120 mm. De plek van de hwa in de goot geeft u aan door vanaf de hoek van de muur te meten (C).